De expositie RUIMTE stelt ons vermogen tot ruimtelijk inzicht op de proef.
Bij ‘ruimte’ denken we al gauw aan de letterlijke betekenis, een architecturale ruimte, opgebouwd uit vier muren die in een rechte hoek op elkaar staan, met een plafond, een doorgang en eventueel ramen. Maar ‘ruimte’ kan ook een abstracte of figuurlijke betekenis hebben.
Voor de expositie RUIMTE zijn zes hedendaagse Nederlandse beeldend kunstenaars uitgenodigd die fotografie of video als medium gebruiken en die ieder op een eigen manier invulling geven aan het begrip ruimte en ruimtelijkheid. Zij spelen met schaal, perspectief, optische illusie, lichtval en schaduwwerking. Telkens gaat het om de dualiteit tussen tweeen driedimensionaliteit, tussen suggestie en realiteit. Door het vervreemdende effect dat hun werk oproept, wordt ons vermogen tot ruimtelijk inzicht op de proef gesteld.
De expositie gaat over de wisselwerking tussen ruimte en fotografie. De exposanten zijn:
Michiel Kluiters, Hans Biezen, Marleen Sleeuwits, Femke Dekkers, Willem van den Hoed, Menno de Nooijer.
De groepsexpositie is te zien van zaterdag 9 september t/m zondag 29 oktober 2023 bij Pennings Foundation, Geldropseweg 63, Eindhoven. Open woensdag t/m zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur. Tijdens de Dutch Design Week (21-29 okt 2023) alle dagen geopend.
Opening zaterdag 9 september 16.00 uur
Over de kunstenaars:
Michiel Kluiters (1971). Al sinds zijn academietijd houdt Michiel Kluiters zich bezig met hetbouwen van ruimtes op schaal. Het fascineerde hem hoe hij door het maken van blow-upsvan zijn constructies een bestaande ruimte visueel kon aantasten. Eerst met grotefotowerken en later met muurvullende foto-installaties. Na verloop van tijd ontwikkelde
Kluiters dit tot architectonische interventies, video-installaties en beelden in de openbareruimte. In zijn recente werk zijn de architectonische schaalmodellen veranderd ingrofgebouwde ruimtelijke objecten met doorgangen. Door filmische belichting voegt hijdaar dramatiek aan toe, alsof er iets is gebeurd of gaat gebeuren. Kijken we naar deoverblijfselen van een utopisch verleden of naar plaatsen die een mogelijke dystopischetoekomst verbeelden?
Michiel Kluiters volgde de opleiding autonome vormgeving aan HKU in Utrecht en beeldhouwen aan de Gerrit Rietveld Academie en de Ateliers in Amsterdam.
Hans Biezen (1947). Bij de eerste aanblik zien de werken van Hans Biezen eruit als foto’s, maar als je beter kijkt herinneren ze eerder aan fotorealistische schilderkunst. De ruimtes zien er veel te vreemd uit. Penseelstreken zijn te zien in de kleuren, maar vreemd genoeg niet in de structuur. Het feit is dat het foto’s zijn. Biezen bouwt de ruimtes, fotografeert ze en zodoende krijgen ze een specifieke uitdrukking. De grens tussen de werkelijkheid en hetgeen dat wordt afgebeeld wordt onduidelijk. Dat draagt ertoe bij dat de beleving zegt dat er iets niet helemaal klopt. Tegelijkertijd kun je niet echt zeggen wat er nu ‘fout’ aan is. (Freddie Ross, journalist beeldende kunst en filosoof)
Hans Biezen begon rond 1970 met straatfotografie. Daarna is hij meer conceptueel gaan werken, met vaak zijn vrouw Jet als muze en onderwerp van zijn fotografie. Daarnaast onderzoekt hij sinds 1980 de werking van licht en donker en perspectief met zelfgemaakte schaalmodellen en bestaande kamers. In 1995 verhuisde Biezen naar Zweden.
Marleen Sleeuwits (1980) is vooral geïnteresseerd in het illusoire karakter van afgebeelde ruimtes. Ze laat zich inspireren door anonieme werk- en leefomgevingen en plaatsen waar we ons doorheen bewegen, zonder eigen identiteit, die overal en nergens kunnen zijn: kantoren, hotels, luchthavens, etc., waar kunstlicht een sfeer creëert waar de tijd geen vat op heeft. In haar meer recente werk bouwt Sleeuwits nieuwe ruimtes (of sculpturen) met materialen uit dergelijke ruimtes, zoals laminaat, systeemplafonds, parketstroken en tlbuizen, die ze vervolgens fotografeert. Ze verdraait de waarneembare werkelijkheid, speelt met schaal en creëert optische illusies. Vaak licht ze vervreemdende elementen van
ogenschijnlijk nietszeggende plekken uit. Ze voegt extra lagen toe of pelt de ruimte af om te ontdekken wat zich achter een muur of plafond bevindt. Zo hergebruikt ze eigenschappen die een plek van zichzelf heeft. Dit doet ze ook door bepaalde elementen te fotograferen en vervolgens weer in de ruimte te verwerken.
Marleen Sleeuwits studeerde aan de Koninklijk Academie voor Beeldende Kunsten in Den
Haag en behaalde haar master aan AKV | St. Joost in Breda.
Femke Dekkers (1980) zoekt in haar werk het spanningsveld op tussen statische architectuur en de illusie van het schilderachtige perspectief. Met de fotocamera bepaalt ze een perspectief om vervolgens de driedimensionale omgeving, gekaderd door de lens, als een canvas te gebruiken: een leeg vlak waarbinnen nieuwe ruimtelijke ordeningen kunnen
ontstaan. Soms lost de fysieke ruimte op in lijnen, vlakken en patronen, soms is de ruimte terloops te zien als werkruimte met een rol tape of gruis van pastelkrijt op de grond. Zulke getuigen van het maakproces introduceren ook een tijdsverloop; de foto wordt een neerslag van de handelingen in de ruimte. In feite is die ruimte een toneel, een podium, waar steeds nieuwe beelden kunnen ontstaan (en waar falen feitelijk niet bestaat).
Femke Dekkers studeerde aan AKV|St. Joost in Den Bosch.
Willem van den Hoed (1965) baseert zijn werken op bestaande ruimten. Gedurende enkele dagen op locatie worden vele honderden telezoomdetails verzameld en met deze fragmenten van licht en tijd worden later in de studio de werken opgebouwd. Dit resulteert in haarscherpe beelden met oog voor het kleinste detail. In zijn werk ontbreekt de mens,
maar details verraden menselijke aanwezigheid. In zijn meest recente werk maakt Van den Hoed nieuwe ruimtelijke illusies op basis van bestaand fotografisch materiaal. Herinneringen aan steden worden door hem verwerkt in bijna kubistische sneeuwlandschappen. De contouren van de stad zijn nog aanwezig, maar het worden tegelijkertijd surrealistische lege buitenruimtes, waarin iedere vorm van menselijke activiteit ontbreekt.
Willem van den Hoed studeerde Bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft. In 1998 startte hij zijn eigen architectenbureau, maar in 2003 verruilde hij de toegepaste beroepspraktijk van de architect voor de autonomie van het kunstenaarschap.
Menno de Nooijer (1967) maakte de stop-motion film Ruimte (2 minuten) in 1989 in zijn academietijd in Tilburg. Heel bewust koos hij ervoor om animatiefilms te gaan maken, om het hele beeld te kunnen manipuleren. De drang om zich af te sluiten van de buitenwereld en alles zelf in de hand te hebben moet wel afgewisseld worden met contact met anderen,
liefst met inspirerende gelijkgestemden. Op zoek naar de magie van het medium met als doel zichzelf maar vooral anderen te laten verbazen.
Menno de Nooijer studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunst in Tilburg, gevolgd door de Cranbrook Academy of Art in Bloomfield Hills in de VS. Van jongs af aan speelde Menno mee in de films van zijn vader Paul de Nooijer (1943). Sinds 1989 bedenken Paul en Menno samen de creaties. Zij zijn multimedia kunstenaars die zich bedienen van fotografie,
film, installatie, performance en muziek. Vaak spelen zij zelf de hoofdrol in hun licht absurdistische werk.