Binnen fotoclubs is deelnemen aan een mentoraat bekend. Een mentoraat zónder mentor lijkt een klas zonder leraar. Echter clubleden kunnen, als ze kritisch genoeg zijn, in kleine groepjes gezamenlijk als mentor dienen. Fotogroep Waalre heeft daar inmiddels al flink ervaring mee en ze noemen zo’n proces van intervisie een zelfmentoraat. Het laatste jaar is het zelfmentoraat uitgebreid met leden van een andere fotoclub. Dat bleek een groot succes.
Als hobbyfotograaf probeer je, binnen je eigen interesse, steeds opvallende foto’s te maken. Je kiest een onderwerp en probeert nét die andere foto te maken; een foto of serie waar je trots op bent en die tot waardering binnen en buiten je fotogroep leidt.
In de praktijk blijkt dat het helpt om je wat langer in één onderwerp vast te bijten. Je bent dan doelbewuster aan het fotograferen en er ontstaan gaandeweg nieuwe ideeën en betere methoden. Zo’n periode van vastbijten wordt vaak gefaciliteerd door een (bonds)mentor, die je bij de les houdt en je kritisch van commentaar voorziet.
Fotogroep Waalre heeft al drie keer met een zogenaamd “zelfmentoraat” georganiseerd. Een mentoraat waarbij de mentor ontbreekt maar waar kleine groepjes clubleden de functie van een mentor overnemen.
De laatste keer werd de groep deelnemers uitgebreid met leden van Fotogroep Bellus Imago uit Veldhoven. De resultaten van dit laatste mentoraat kun je hier nog zien. Hier worden de foto’s getoond, maar ontbreekt uiteraard de bijzondere opmaak van de tentoonstelling in het Museum in Waalre.
Graag willen we als Fotobond deze ervaring delen met de andere fotoclubs: het is én een manier om tot creatievere foto’s en presentaties te komen, én een manier om met naburige fotoclubs samen te werken.
Hoe is men in Waalre en Veldhoven te werk gegaan?
Allereerst is in beide clubs aan de leden gevraagd wie interesse had om aan een dergelijk mentoraat deel te nemen. De deelname vindt plaats buiten de normale activiteiten van de eigen fotoclub. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het zelfmentoraat deelname in de eigen fotoclub in de weg staat, integendeel, het zou juist de deelname moeten versterken.
Op basis van het aantal deelnemers is een ruimte gezocht waar men voor een eerste (en mogelijk latere plenaire) bijeenkomst bij elkaar kan komen.
In de eerste bijeenkomst hebben alle deelnemers een onderwerp gekozen. Soms is ter plekke het onderwerp in overleg verfijnd; voordeel hiervan is dat nóg doelbewuster gefotografeerd wordt. Tevens is in deze eerste bijeenkomst bekeken wáár te zijner tijd een expositie zou kunnen plaatsvinden en wie, wanneer, welke actie onderneemt.
Vervolgens zijn de deelnemers opgesplitst in groepjes van 4 a 5 personen en is een tijdschema gemaakt: de groepjes komen gedurende een periode van 8 tot 10 maanden eens in de 5 a 6 weken bij elkaar (bij elkaar thuis) om de resultaten en de voortgang onderling te bespreken. In die bespreking voedt men elkaar met ideeën om het resultaat waar mogelijk te verbeteren.
Ongeveer in de zevende maand komt de voltallige groep weer bij elkaar en worden de tussenresultaten plenair besproken. Ook hier voedt men elkaar met ideeën om het resultaat waar mogelijk te verbeteren. Tijdens deze bijeenkomst ontstaat ook al een beeld hoe de uiteindelijke presentatie eruit zal komen zien. De periode na deze bijeenkomst is bedoeld om tot de uiteindelijke presentatie te komen.
Opvallend is dat tijdens de looptijd van het mentoraat ook nieuwe ideeën ontstaan voor de wijze van presenteren. Zo bleken tijdens de expositie in Waalre dat verschillende deelnemers ervoor hadden gekozen om hun resultaten op een bijzondere wijze te presenteren. Zo werd een reportage van een “kralenvrouwtje” (iemand die kralen verzamelt en daarmee allerlei sieraden maakt) gepresenteerd op zeskantige paneeltjes, en voorzien van diverse sieraden. Een andere fotograaf maakt een heus electrospel, waarbij bezoekers een “macro-detail” moesten verbinden met het onderwerp, waarna in een cameralens een licht ging braden. En zo had iedereen wel een bijzondere wijze gevonden. De creativiteit zat dus niet alleen in de foto’s maar ook in de presentatie.
Deze vorm is wellicht laagdrempelig voor álle leden: het feit dat geen externe mentor nodig is, en het werken in kleine groepjes aan huis kan plaatsvinden, maakt zo’n mentoraat ook wat goedkoper.
In het mentoraat van FGWaalre en Bellus Imago hebben de deelnemers ieder een eigen thema gekozen en zijn de werkgroepen niet per thema samengesteld. Je zou echter ook kunnen besluiten om de werkgroepen uit de verschillende clubs samen te voegen rondom één thema, bijvoorbeeld landschaps- architectuur- of portretfotografie. Hiermee kom je tegemoet aan leden die behoefte hebben aan onderlinge ondersteuning binnen één onderwerp.
Niet onvermeld mag blijven dat deze vorm niet alleen de creativiteit kan bevorderen, maar zeker ook de onderlinge verbondenheid van regionale clubs en fotografen. Men kijkt meer over de eigen grenzen heen en zal wellicht ook nóg meer geneigd zijn om exposities van andere clubs te bezoeken.
Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan de bevordering van de fotografie als creatieve vrije-tijdsbesteding.
Wil je meer informatie? Neem dan gerust een keer contact op met Bram van den Berge (bramvdberge@gmail.com), Carel Bullens (carelbullens@gmail.com) van Fotogroep Waalre of Paula Anglès (paila.angles@live.nl) van Bellus Imago.